Accenttekens
1. Het accentteken in Franse woorden
Als we een woord overnemen uit een andere taal, mogen we niet zomaar de schrijfwijze van dat woord aanpassen aan het Nederlands. Zo kunnen we bijvoorbeeld wel eens het Franse woord dégénéré gebruiken, maar we schrijven het dan ook zoals in het Frans, mét de accenten. Dit is bijvoorbeeld ook het geval bij: à propos, à la carte, coûte que coûte, déjà vu, maîtresse, tête-à-tête, maître d'hôtel ... Dit zijn allemaal woorden die nog niet zo goed ingeburgerd zijn in het Nederlands.
Pas als woorden ingeburgerd geraken, worden ze aangepast. We schrijven bijvoorbeeld abonnee, en niet het Frans abonné. Soms vernederlandsen we minder frequente woorden als entree, fricassee, hachee, soiree. Toch behoudt het frequente woord café zijn accent. We geven in wat volgt een algemene regel met enkele voorbeelden. Deze regel is jammer genoeg niet altijd zonder enig probleem toe te passen. Raadpleeg bij twijfel altijd het Groene Boekje.
Algemene regel:
We behouden de accenttekens van Franse woorden (1) enkel op <e>-tekens en (2) alleen als dat nodig is voor de uitspraak.
- Het accent valt dus weg op een <a>, <o>, <i> en <u>. (Tenzij het woord niet ingeburgerd is).
- Alleen een accentteken op de 'e' als dat nodig is voor de uitspraak
- Geen accentteken op de 'e' indien het niet nodig is voor de uitspraak.
Opgelet: In de tweede lettergreep komt dus niet automatisch een accent op de 'e'.
2. Het accentteken in Nederlandse woorden
De <é> en de <è> worden gebruikt om in uitzonderlijke gevallen de uitspraak ondubbelzinnig aan te duiden.
hè, hé, bèta, één (>< een)
Er wordt zo dus een onderscheid gemaakt tussen het lidwoord een en het telwoord één. Je schrijft echter alleen de accenten op één als het verward zou kunnen worden met het lidwoord of als het een bijzondere klemtoon krijgt. Dit geldt ook in samenstellingen.
Ik wil je één zoen geven, twee vind ik te veel. (nadruk)
Je bent er een uit de duizend. (geen verwarring mogelijk)
eenrichtingsverkeer, eenpersoonsbed >< éénrichtingsverkeer, éénpersoonsbed (nadruk)
3. Accenttekens in andere talen
De accenten op vreemde niet-Franse woorden mogen behouden blijven, maar dat moet niet.
Italiaans: bócca of bocca ('mond'); Spaans: capitán of capitan ('kapitein')
4. De umlaut
Woorden die in het Duits en sommige andere talen een umlautteken hebben, behouden dat teken.
aufklärung, Endlösung, überhaupt, knäckebröd, rösti
5. Oefeningen