Samenstellingen
Kort gezegd ontstaat een samenstelling als je twee woorden samenvoegt tot één nieuw woord:
doel + groep = doelgroep
brood + mager = broodmager
Deze samenstellingen worden zonder al te veel problemen gevormd. Dat is jammer genoeg niet altijd het geval: dorp + bewoner levert niet *dorpbewoner, maar dorpsbewoner, en boek + kast levert niet *boekkast, maar boekenkast. Dit is het probleem van de zogenaamde tussen-s en tussen-n. Je vindt alle regels op de volgende pagina's. Ook de problematiek van het al dan niet aaneenschrijven wordt behandeld.
Er worden oefeningen voorzien voor de verschillende onderdelen binnen de samenstelling.